Roodkapje

Roodkapje is een lief meisje dat een rode kap draagt. Op een dag vraagt haar moeder haar om een mand met eten naar haar zieke oma te brengen, die aan de andere kant van het bos woont. Roodkapje belooft voorzichtig te zijn en vertrekt.

Terwijl ze door het bos loopt, komt ze de boze wolf tegen. De wolf, die al van plan was om Roodkapje en haar oma te vangen, doet zich vriendelijk voor en vraagt waar ze naartoe gaat. Onschuldig vertelt Roodkapje over haar zieke oma.

De wolf, die een kortere route naar het huis van oma kent, haast zich vooruit en komt eerder aan. Hij overweldigt en verslindt oma, en vermomt zich vervolgens als haar. Als Roodkapje aankomt, merkt ze de vreemde verandering in het uiterlijk van haar oma op, maar de wolf weet haar gerust te stellen met een valse stem.

Terwijl Roodkapje onbewust bij het bed van de wolf staat, vraagt ze waarom haar oma er zo anders uitziet. Dan springt de wolf uit bed en verslindt hij ook Roodkapje bijna. Gelukkig komt er op dat moment een jager langs, die het lawaai hoort en naar binnen gaat.

De jager beseft meteen wat er aan de hand is en redt Roodkapje en haar oma. Hij doodt de wolf en helpt hen te herstellen van de schrik. Roodkapje en haar oma zijn dankbaar voor de hulp van de jager en beloven voortaan voorzichtiger te zijn in het bos.

En zo eindigt het verhaal van Roodkapje, waarbij ze leert om voorzichtig te zijn met vreemden en de wolf haar verdiende straf krijgt.