Doornroosje, ook bekend als Aurora, is een prachtige prinses die bij haar geboorte vervloekt wordt door een boze fee. De vloek stelt dat ze op haar zestiende verjaardag haar vinger zal prikken aan een spinnewiel en in een diepe slaap zal vallen, samen met het hele kasteel. Alleen de kus van ware liefde kan haar ontwaken.
Om haar te beschermen, verbant de koning alle spinnewielen uit het koninkrijk en verbergt hij Aurora in een afgelegen toren. Jaren gaan voorbij en Aurora groeit op, afgeschermd van de buitenwereld. Op haar zestiende verjaardag ontdekt ze echter een geheime trap die leidt naar een kamer met een spinnewiel.
Ondanks waarschuwingen prikt Aurora per ongeluk haar vinger aan het spinnewiel en valt ze in een diepe slaap. De hele omgeving wordt ook betoverd en er groeit een doornstruik rond het kasteel. Jaren gaan voorbij en het verhaal van de slapende schoonheid verspreidt zich door het land.
Op een dag arriveert een dappere prins in het koninkrijk en hoort het verhaal van Doornroosje. Hij besluit het kasteel te betreden en komt uiteindelijk bij Aurora's kamer. Hij is meteen verliefd op haar en kust haar zachtjes. Zijn kus doorbreekt de betovering en Aurora ontwaakt uit haar diepe slaap.
Doornroosje en de prins zijn dolgelukkig herenigd, en ze brengen het goede nieuws aan haar ouders en het hele koninkrijk. Het kasteel komt tot leven en er wordt een groot feest georganiseerd ter ere van de hereniging en het overwinnen van de vloek.
En zo eindigt het verhaal van Doornroosje, waarbij liefde en moed de vloek overwinnen en Aurora wordt herenigd met haar prins. Ze leven nog lang en gelukkig, en het verhaal van de slapende schoonheid wordt doorverteld als een tijdloos sprookje.